 |
 |
Klassenstrijd |
KLASSENSTRIJDDe hufterklas 5 K ( ‘K’ voor allerlei ruwe woorden) verveelt zich. Ongedurig, in overprikkelde verveling, draaien ze maar wat met hun duimen. |
|
Klassenstrijd, Excerpt scriptVertaling van Nigel Williams. Bewerking Jules Deelder. Verdere aanpassing Hans Lein.
Hengel: Waarom blijven we hier eigenlijk, Dakraam? Dakraam: Hebben we wat te doen. Hengel: Maar we hebben alles toch al gedaan, toch? Ruiten gemold, krijtjes gejat... boeken hebben ze ons nooit gegeven. Ze zijn doodziek dat we nog komen. Dacht je van niet dan? Dan moeten ze wel iemand sturen. Ja toch? Waarom pleuren we niet gewoon op? We zijn moe. Wakkaman: Hengel is te moe. Om te rukken. Spijker: Gaat je niks aan waarom we hier blijven, paardenlul. We blijven. Als je weg wil ga je toch? Dakraam: We weten waarom Spijker blijft hè? Spijker: Waarom dan? Dakraam: Wachten tot er wat gebeurt. Spijker: Ken ik lang wachten. Er wordt op de deur geklopt. De deur is open meneer. Stem van buiten: ‘hè..’ Gewoon de knop naar beneden meneer. De stem is niet van een leraar ‘doe die teringdeur open.’ Spijker: Ik ben bang dat dàt niet gaat meneer. Opnieuw de stem: Hé spijker, je hebt godverdomme de verkeerde voor je. Kebab! Stem van Kebab: Laat me d’ er effe in Heren.Spacy: Mijn god. Spijker: Het is onze vriend Kebab Spacy: Ik dacht dat hij in de bak zat. Spijker: He Kebab. Kebab: Doe die kankerdeur open. Spijker Wat doe je hier eigenlijk op school man? Waarom zit je niet op de Noordsingel? Kebab: De Noordsingel zat vol. Spacy: Ben ik geen lekker ding? Spijker: Val dood man.
|
|